De Gemeenteraad stelt zich voor: Gert Stam

meppeldinsdag 11 augustus 2009 19:33

De gemeenteraad wil herkenbaar zijn voor de burgers van Meppel. Eén van de 23 leden van de raad zich stelt zich wekelijks voor. Deze week is het woord aan: Gert Stam

"Belangstelling voor gemeentepolitiek had ik als tiener al. Op mijn 16e was ik al lid van de GPJC, de jongerenvereniging van het GPV, dat is een van de voorlopers van de ChristenUnie. Mijn politiek bewustzijn is in deze club gegroeid mede doordat ik namens de GPJC deel ging uitmaken van de schaduwfractie in de toenmalige gemeente Zuidhorn. Daar had onze partij een wethouder en dat was in die tijd voor ons nog bijzonder. Nu worden we gezien als een echte bestuurspartij, maar jarenlang hadden we maar één kamerlid. Mijn vroege ervaring met het gemeentebestuur heeft er trouwens toe geleid dat ik gemeenteambtenaar ben geworden. Lang woonde ik in de plaats waar ik werkte en dus was een gemeentelijke politieke functie niet mogelijk. Toen ik in 1998 in Meppel kwam wonen - ik werkte toen in Zwartsluis - trok het bestuur me weer: je kunt zo veel voor mensen betekenen. Op alle terreinen van het leven. Bijna alles wat mensen raakt, zoals maatschappelijke ondersteuning, verkeer, sport, kom je in het raadswerk tegen. Je staat heel dicht bij mensen. Ook als mensen het moeilijk hebben, want niet alles in de samenleving is vol vreugde. Daarom is het belangrijk dat er een overheid is die mensen kan ondersteunen als het nodig is.

Die houding vind ik terug in mijn partij. Natuurlijk moet je regelmatig keuzes maken. En dan nog: je kunt niet alle ongeluk en pijn wegnemen. Dat is helaas niet mogelijk. De overheid moet respect tonen voor mensen en voor de situatie waarin ze kunnen verkeren. Zij moet zich gepast opstellen: proberen om het leven zo draaglijk mogelijk te maken. Niet voor alles is een oplossing voorzien. De overheid moet ook niet de illusie geven alles te kunnen oplossen. De maakbare samenleving van 'wij zullen er wel voor zorgen' is voor mij geen realiteit en hoeft ook geen werkelijkheid te worden. Dat is voor mij ook het mooie aan bijvoorbeeld de wet maatschappelijke ondersteuning: de overheid geeft de samenleving de gelegenheid om zelf het initiatief te nemen. Geeft erkenning van de zorg en het welzijn die mensen en groepen elkaar kunnen bieden. En zorgt er vooral voor dat die betrokkenheid, die warmte voor elkaar, niet door regeltjes wordt ontmoedigd. Want wat we samen in stand kunnen houden, dicht bij en voor elkaar, heeft mijn voorkeur. We moeten niet alles willen regelen en bovendien willen we gemeenschapsgeld zo verantwoord mogelijk inzetten. Dat vraagt soms een zekere terughoudendheid, zodat we op andere gebieden - zoals gezondheidsbevordering bij kinderen - iets extra kunnen doen.

Volksvertegenwoordiger

De raad is voor alles volksvertegenwoordiger: we zijn er voor de hele samenleving. Hoe herkenbaar je in een fractie ook kunt zijn, je bent er als je gekozen bent voor iedereen, voor elke inwoner. Je vertegenwoordigt niet alleen de mensen die op jou hebben gestemd, maar heel de gemeente. Bij het aanpakken van een probleem mag het niet uitmaken of dat is aangekaart door iemand uit je eigen achterban, of door een ander. De oplossing telt. Vanzelfsprekend heeft ChristenUnie een onderscheiden plaats, maar als ik kijk naar de sociale inslag van raadsleden, dan zie ik dat we elkaar bij beleid voor mensen die het wat minder goed hebben, uitstekend kunnen vinden. Die gezamenlijke inspanning geeft mij een goed gevoel.

Waar het gaat om ethische zaken, coffeeshops, gokken of prostitutie, ervaar ik wel wat vervreemding. Dan maak ik andere keuzes. In de paarse periode die nu achter ons ligt, kreeg je daar nog wel eens smalende reacties op. Maar de aandacht die wij toen vroegen voor de situatie van kinderen en voor gezinnen met problemen is er nu gelukkig ook bij anderen. Onze opvattingen over wat wij niet goed vinden voor de samenleving, zijn er niet om de vrijheid van mensen te beperken. Integendeel, het gaat ons om de kwaliteit van de die vrijheid, voor alle mensen. Ik wil daarvoor blijven ijveren, dat is steeds nodig, want juist dat raakt je bestaansrecht. Dan gaat het om de waarde van mensen, tegen verslaving, onrecht en onderwerping. En dat is zeker niet altijd gemakkelijk of populair, want we hebben geen comfortabele meerderheid voor onze opvattingen.

Maar dat betekent niet dat we hier geen aandacht voor vragen. Integendeel, we moeten doorgaan, niet opgeven en blijven geloven en hopen dat er beweging in komt. Het is prettig dat je daarin gesteund wordt door mensen uit je achterban, maar het moet vooral uit je eigen overtuiging komen. Die verandert niet. Zeker niet als je die zou opgeven om 'mee te mogen doen'; dan ben je geen knip voor je neus waard. Naast die duidelijkheid en herkenbaarheid moeten we als raad natuurlijk wel gewoon een stad besturen. Daarom weten velen ons te vinden, maar als raadslid hoor je de mensen ook op te zoeken. Dat hebben wij bij voorbeeld gedaan voor de omgeving van de brede school voor Koedijkslanden en Berggierslanden of bij het bestemmingsplan voor het buitengebied. Daar gaat het om grote belangen voor de samenleving. Het zou jammer zijn als inwoners de raad alleen zouden zien als een plek waar iets te halen valt. De raad als grabbelton, met raadsleden die blij zijn met elke georganiseerde aandacht, staat ver van mij. Daar lijkt het burgerinitiatief nu op uit te komen. Dan zie ik veel meer in wijkgericht werken. De buurt krijgt een budget en maakt zelf een afweging waaraan dat kan worden besteed.

Hyves

Volle raadszalen zijn mooi, maar moderne communicatiemiddelen geven enthousiaste mensen zoveel meer mogelijkheden om ideeën te ontwikkelen en uit te wisselen. Op onze website gebeurt dat en sinds kort zitten we op Hyves. Daar kunnen wij als raadsleden ook prima laten zien wat wij doen en waaraan wij denken. Dat is overigens iets wat de raad in zijn geheel ook meer zou kunnen doen: wij vormen niet voor niets hét democratisch instrument voor de lokale samenleving. Dat kun je niet genoeg uitdragen. Wij, raadsleden, kunnen iets betekenen: laten we dat vooral tonen! Laten we staan voor onze keuzes en laten we voor de komende vier jaar nu eens een echt raadsprogramma maken. Onze gezamenlijke boodschap voor de komende periode. Voorafgaand aan het collegeprogramma en de keuze van wethouders.

Raadswerk moet je niet onderschatten. Je doet het er niet even bij, het is een heel verantwoordelijke taak. Het is waardevol om daar je energie aan te geven. Maar het is ook en vooral hard werken. Niet om er zelf beter van te worden. De Raad is idealiter een afspiegeling van de bevolking. Maar dat is helaas niet altijd haalbaar. Vergaderingen en bijeenkomsten zijn vaak lastig te combineren met je gezinsleven. Soms moet je daarom grenzen trekken om het evenwicht te behouden. Iets meer rekening houden met de agenda van jonge gezinnen, zou het raadswerk ook voor die grote groep bereikbaarder maken.

‘Meppeler Mores’

Kijk ik naar de toekomst, dan denk ik dat we ons nog meer dan in het verleden in moeten zetten voor integratie. In deze tijd is het misschien heel moeilijk om daarover te spreken. Want we denken te veel in participatie: als mensen maar deelnemen, als we ze af en toe maar zien. Maar eerst komt, en dat is nog veel ingewikkelder, de acceptatie van de ander. Van zijn denken, van zijn religie. De positieve plaats van religie in de samenleving wordt sinds 'paars' nog wel eens als een probleem ervaren. Dat is jammer, want als we het daar niet met elkaar over kunnen hebben, kunnen we helemaal niet over integratie spreken. Die discussie open breken, dat zou ik wel willen: aangeven wat je als overheid van de samenleving verwacht en daarvoor samen de verantwoordelijkheid aangaan. Bijvoorbeeld op basis van een afspraak, stel samen 'Meppeler Mores' op, een idee dat ieder erkent en herkent. Prettig voor de omgang, want je hoeft niet bang voor een ander te zijn, als je elkaar kent, elkaar groet, elkaar waardeert."

bron: www.meppel.nl

« Terug

Reacties op 'De Gemeenteraad stelt zich voor: Gert Stam'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.