Scheiding van kerk en staat

kerk_staat1maandag 15 augustus 2011 12:56

Voordat ik begon met twitteren, schreef ik op de weblog dat twitter eigenlijk geen medium is om - vanwege het korte aantal tekens dat beschikbaar is - discussies te voeren. Vlak voor mijn vakantie heb ik dat toch gedaan.

Ik twitterde:

Scheiding tussen kerk en staat geldt allang niet meer. Politici bemoeien zich naar hartenlust met geloofsinhoud #depotverwijtdeketel

Ik kreeg een reactie van Meppeler Courantredacteur Eelco Kuiken, die het volgende schreef:

@GStam66 andersom is ook heel gewoon

Mijn daaropvolgende tweets zeiden:

@Eelcokuiken O ja, heb je voorbeelden op landelijk niveau? #Staphorstnietrepresentatief

En na een dag:

Geen reactie @Eelcokuiken dus klopt: kerk bemoeit zich niet met staat, politiek wel met geloof #pasopvoorzendingsijverlibertijnsekerk

 Nu geeft een dergelijk statement mij geen voldoening. Ik hou meer van argumenteren. Daarom kwam ik op vakantie, mede naar aanleiding van het lezen van het boek ‘Van scheurmakers, onruststokers en geheime opruijers…’ over de Afscheiding in Overijssel (uitgave 25 van de Ijsselacademie Kampen 1984) tot de volgende uitwerking van mijn statement.

Allereerst een definitie van Scheiding van Kerk en Staat. Vanouds is dit een principe dat de kerk geen invloed heeft op staatszaken en dat de overheid zich niet bemoeit met kerkelijke zaken. Het is jammer dat veel mensen deze term invullen als ‘het ongewenst zijn dat geloof van invloed is op keuzes in de politiek’. Dat is heel wat anders en ook niet te voorkomen. Het geloof in de Bijbel of in het Liberalisme kun je als politicus in je oordeelsvorming niet buiten beschouwing laten.

In 1834 vond onder leiding van ds. H. de Cock de Afscheiding (uit de Nederlandse Hervormde kerk) plaats. Een kleine 20 jaar eerder had Koning Willem I (KB 7 januari 1816) een Algemeen Reglement voor het Bestuur van de Hervormde Kerk afgekondigd, waarin hij (!) bepaalde dat de kerk een centralistisch georganiseerde eenheid was. Dat was in overeenstemming met de organisatie van het land, die eerder - evenals de kerk - bestond uit provinciale besturen (7 provincies). De Nederlands Hervormde kerk werd staatskerk.
Toen deze centraal geleide kerk verschillende besluiten nam en vanwege de organisatie verbindend werden voor alle plaatselijke kerken en die volgens een aantal leden niet in overeenstemming waren met de bijbel, begon de Afscheiding. Dat was voor de Koning een ongewenste ontwikkeling, want hij had nou net door een strak geleide organisatie eenheid gebracht in het land. En nu waren er mensen die de eenheid van het nieuwe koninkrijk in gevaar brachten. Als je het boek leest, zie je dat de burgemeesters, daartoe geïnstrueerd door provinciale gouverneurs, maar meer nog door de Minister van Eredienst, zich vol vuur bezig hielden met het tegengaan van de Afscheiding. Dat gebeurde o.a. doordat Afgescheidenen met niet meer dan 20 mensen mochten vergaderen, waardoor arrestaties,  boetes en inkwartiering van soldaten door de gemeentelijke overheid aan de orde van de dag waren.

Wat heeft deze situatie nou te maken met de door mij vermeende schending van de scheiding van kerk en staat door politici?
Nadat er twee periodes een paarse regering is geweest, is er volgens het heersende libertijnse gedachtegoed een andere periode aangebroken. De tijd waarin met name het CDA allerlei immateriële besluiten tegenhield, was voorbij. De paarse partijen hadden elkaar gevonden, met name door de drijvende kracht van D66. Er werden besluiten genomen als Zondagsopenstelling, einde van het prostitutieverbod en het homohuwelijk. Dit ging gepaard met allerlei verplichtingen. Denk maar eens aan het niet aannemen van personeel dat niet op zondag wil werken, de onmogelijkheid om prostitutie in een gemeente te weigeren en de zaken rondom de gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand. Er werd gelijk een moreel oordeel geveld over mensen die die opvatting niet hadden. Onder de vlag van discriminatie kwamen al gauw opvattingen van gelovigen in een verdachte hoek. En er begonnen politici opvattingen te lanceren dat sommige geloofsuitingen eigenlijk hetzelfde zijn als discriminatie. Neem bijvoorbeeld de opvatting over homoseksuele leerkrachten op bijzondere scholen, het dragen van hoofddoekjes en - meest recent - de wijze van offeren door joden en islamieten en de positie van gewetensbezwaarde ambtenaren, waardoor onlangs Staphorst nog aan de schandpaal werd genageld.

Het baart mij zorgen dat de overheid zich druk maakt over de inhoud van het geloof van mensen, zonder daarin enige terughoudendheid te betrachten, omdat er in onze samenleving kennelijk geen pluriformiteit wordt geduld. Daarmee treedt de overheid in de vrijheid van kerken om een geloof vorm te geven en uit te dragen. Dat is de vergelijking met de tijd van de Afscheiding.

 Maar mijn belangrijkste vraag voor deze tijd is eigenlijk: waar blijven de kerken in de discussie? De kerken moeten opkomen voor hun eigen vrijheid om ook opvattingen te hebben die maatschappelijk als achterhaald of in strijd met de vrijheid van mensen wordt gezien. Er zijn al politici die de besnijdenis van baby’s ter discussie willen stellen en het zou me niet verbazen als de positie van de vrouw in veel kerken door politici onder de vlag van discriminatie wordt geschaard. Waar blijven de kerken dan om voor hun positie op te komen en meer nog: voor de scheiding van kerk en staat! Ze moeten er voor waken om tegen hun principes gelijke tred te houden met de overheid en dezelfde opvattingen te huldigen vanwege de angst om voor ouderwets of discriminerend te worden uitegemaakt. Want het Libertijnse geloof is wel degelijk een ander geloof dan de meeste kerken hebben. We moeten zeker niet in situaties terecht komen - die we in de wereld veel hebben gezien - dat kerken die de opvatting van de overheid huldigen mogen bestaan, maar kerken met andere opvattingen die als ongewenst voor de overheid worden gezien, worden verboden. De gedoogpartner van de huidige regering doet openlijk voorstellen in deze richting met betrekking tot het islamitisch geloof. De SGP sympathiseert vanwege hun standpunt over de handhaving van het onverkorte artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis met deze tendensen. Maar het zal blijken dat de SGP hiermee een verbond heeft gesloten met zijn eigen verderver, want de Libertijnse kerk maakt echt geen onderscheid tussen islamieten en orthodox gereformeerden als het gaat om bijvoorbeeld de positie van de vrouw. Dat moet de SGP inmiddels toch wel begrepen hebben.

Het is nu bijna 200 jaar geleden dat het Koninkrijk der Nederlanden is ontstaan. Er bleek behoefte aan eenheid, met ondersteuning van een staatskerk. Nu, 200 jaar later is er weer behoefte aan eenheid, met een enorme zendingsijver van de Libertijnse staatskerk. Mijn conclusie is toch niet anders dan dat scheiding van kerk en staat is weer in het geding is. Ik roep de kerken op de stellingen te betrekken.

« Terug

Reacties op 'Scheiding van kerk en staat'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.