De ChristenUnie en een motie van wantrouwen

vrijdag 27 september 2013 21:44

Het debat over het peuterspeelzaalwerk was stevig. Een hele avond lang was dat het onderwerp van gesprek in de gemeenteraad en werd de wethouder stevig aan de tand gevoeld. Daar was ook wel aanleiding toe. In het voortraject was er al zoveel mis gegaan en was er zoveel onrust ontstaan bij ouders en peuterleidsters, dat een raadsdebat daarover noodzakelijk was.

Maar een motie van wantrouwen? Mede ingediend door de ChristenUnie? Vanuit het hele land kregen we reacties van collega ChristenUnie raadsleden: Als de ChristenUnie een motie van wantrouwen indient, moet er wel iets aan de hand zijn. Dergelijke opmerkingen kregen we ook uit de Meppeler politiek en de Meppeler samenleving. Zeker in het licht van de motie van wantrouwen die de PVV in dezelfde week in de Tweede Kamer had ingediend. Dat was een blamage voor het instrument ‘motie van wantrouwen’. Nu wordt je als indiener van een motie van wantrouwen in één adem genoemd met de PVV, terwijl het een heel serieus instrument is.

Ik zei het al toen ik op Rtv Drenthe werd geïnterviewd: “Zo kent u de ChristenUnie niet, maar we konden niet anders”. Het had inderdaad een hele voorgeschiedenis. Vorig jaar zat de raadszaal al eens vol met peuterleidsters van de Stichting Peuterspeelzalen Meppel en Nijeveen (SPMN). De wethouder had een oplossing geforceerd en wilde de Stichting opheffen. Harmonisatie mislukt, aldus het college.

De raad intervenieerde en er werd een proces gestart om tot een zorgvuldige harmonisatie te komen en de kinderopvangorganisatie Allio en Speelwerk het peuterwerk te doen met gediplomeerde leidsters van SPMN. Tot onze verbazing pakte de wethouder zelf de klus niet op, maar zocht een bemiddelaar, oud burgemeester Urlings van Hoogeveen. Die rapporteerde de briefing van de wethouder naar de raad als volgt:
“De raad besloot tot harmonisatie. Gesprekken leidden tot bestuurlijke overeenstemming van de instellingen, die als resultaat hebben dat de kinderopvang het peuterspeelzaalwerk integraal overneemt en dat er voor de medewerkers daarvan, mede door de terugloop van het aantal opvangplaatsen, geen of nauwelijks plaats meer is. Raad besluit de besparingen van 2 ton op te nemen in de begroting. Bij verdere uitwerking ontstaat alsnog grote commotie bij met name de medewerkers en gedeeltelijk nieuwe bestuurders van de peuterspeelzaal. De Raad voelt zich – geconfronteerd met die commotie – overvallen door het feit dat harmonisatie in feite opslokken blijkt te betekenen en geeft de wethouder opdracht alsnog een oplossing in der minne te vinden, waarmee het Meppels model tot uitvoering kan komen. De wethouder zoekt een bestuurlijk bemiddelaar.”

Deze gekleurde visie van de werkelijkheid van de wethouder stond onze fractie niet aan. Te meer niet, daar de heer Urlings in zijn rapportage aan de raad concludeerde:
“Het tot nu toe gevoerde proces is te lang, te onduidelijk, te verwarrend. De onzekerheid veroorzaakt onrust bij de medewerkers, ouders, instellingen en gemeente.”

“Het hele proces onderscheidt tot nu toe geen heldere lijnen en rollen van de respectievelijke verantwoordelijkheden van de partijen. De harmonisatie wordt verward met bezuinigingen.”

“Het is opvallend en niet correct dat in de gepresenteerde overeenstemming in juli geen aandacht is besteed aan een ordelijke afwikkeling van de bestaande verplichtingen. Het formele standpunt dat de harmonisatie was mislukt en zo wellicht financiering van rechtspositionele gevolgen kon worden vermeden acht ik onverantwoord en juridisch twijfelachtig. Het wekt dan ook geen verbazing dat op grond van deze besluitvorming allerhande krachten in verweer kwamen die de raad tot uitstel deden besluiten.”

Op basis daarvan ging onze fractie op 25 april 2013 uiteindelijk akkoord met het Plan van Aanpak voor de harmonisatie, maar noemde dat voorstel van het college wel ‘een eigen motie van afkeuring over de bestuurskracht van het college op dit dossier’.
Voor de zomer van 2013 kwam het college met het voorstel om de harmonisatie met Speelwerk en Allio uit te voeren en SPMN op te heffen. De gemeenteraad heeft ook toen in een motie (ondertekend door 6 van de 7 fracties) het besluit bijgestuurd en de wethouder bezworen dat er voor 1 oktober vertrouwde peuteropvang was.

In de zomer was al voortdurend verontrusting dat de kinderopvangorganisaties maar niets van zich lieten horen. Peuterleidsters kregen een kleiner contract dan was toegezegd, ouders bleven in onzekerheid. De ouders trokken bij raadsleden aan de bel en vroegen: komt het wel goed met de peuteropvang? Het geruchtencircuit draaide op volle toeren. 
Half september kreeg de raad bericht van het college en de vereffenaar van SPMN dat het nodig was om een aparte Stichting op te richten onder Speelwerk, omdat ze niet goed wisten hoe het (financieel) met hen verder ging op de langere termijn. Maar daarmee was de onrust weggenomen, volgens het college.

Toen we een kleine week later hoorden dat Speelwerk zich helemaal terugtrok en dat 2 van de 3 peuterleidsters die bij Allio zouden komen zich terugtrokken, heeft de gemeenteraad om agendering gevraagd vóór 1 oktober. Ondanks het verzoek om schriftelijke informatie kreeg de raad die niet eerder dan de middag voor de raadsvergadering.
Toen we ook nog eens op de raadsvergadering hoorden dat Speelwerk zich kennelijk zo kon terugtrekken, terwijl het SPMN al wel was opgeheven en de communicatie met de scholenkoepel PCBO te wensen overliet, hadden we geen keus.
Wat moet er dan nog gebeuren voordat je een motie van wantrouwen indient?
De coalitiepartijen telden hun politieke knopen, deden amper aan het debat mee en lieten de wethouder zitten. Dat is in de ogen van de ChristenUnie een verkeerde vorm van verantwoordelijkheid nemen.
Het heeft iedereen verbaasd, de ChristenUnie zelf niet het minst, maar de motie van wantrouwen was op zijn plaats!

Gert Stam, fractievoorzitter ChristenUnie.

« Terug

Reacties op 'De ChristenUnie en een motie van wantrouwen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.