In oktober heeft de gemeenteraad een besluit genomen over het schaarse vergunningenbeleid. Eén van de sectoren waarvoor vergunningen schaars zijn, zijn de prostitutiebedrijven. De ChristenUnie heeft principiële bezwaren tegen prostitutie en heeft duidelijk gemaakt dat een sector waarin zoveel uitbuiting en mishandeling voorkomt nooit als een normaal beroep kan worden beschouwd. Het prostitutiebeleid in brede zin wordt op een later moment op de agenda van de raad geplaatst. Dit debat ging over het schaarse vergunningenbeleid. Het totaal aantal prostitutiebedrijven dat wordt toegestaan in de gemeente Meppel gaat van vier naar drie (wat in de huidige praktijk ook het huidige aantal is). Het schaarse vergunningenbeleid bevatte echter ook een plan om meer dan de helft van de Voorstraat aan te wijzen als gebied waar prostitutie mogelijk is. Hiervan zijn veel bewoners van deze straat erg geschrokken.

De ChristenUnie neemt de zorgen van de bewoners van de Voorstraat serieus en wil de ruimte voor prostitutiebedrijven zoveel mogelijk beperken en voorkomen dat er (bij sluiting van het prostitutiebedrijf in de Kolderveense Bovenboer) een derde prostitutiebedrijf in de Voorstaat kan komen. Daarom heeft de ChristenUnie een motie ingediend waarmee het gebied in de Voorstraat, waar prostitutie is toegestaan, wordt beperkt tot de adressen 3 t/m 13; dat betreft een halvering ten opzichte van het collegevoorstel.

Helaas heeft geen van de andere gemeenteraadsfracties het voorstel van de ChristenUnie gesteund. Waarom niet? Voor een deel omdat sommige partijen prostitutie zien als ‘normaal’ werk waarvoor ruimte moet zijn. Maar vooral ook omdat de burgemeester steeds heeft gezegd dat het voorstel van de ChristenUnie juridisch niet haalbaar was en in rechte geen stand zou kunnen houden als een prostitutiebedrijf daarover een rechtszaak zou beginnen. De ChristenUnie is bereid om te luisteren naar argumenten. Daarom hebben zowel Gert Stam als Ina Booij herhaaldelijk gevraagd om een inhoudelijke onderbouwing van de burgemeester waarom beperking van het gebied waar prostitutiebedrijven zich mogen vestigen, juridisch niet kan. Is er wetgeving die dit standpunt onderbouwt? Of wellicht jurisprudentie? De ChristenUnie heeft helaas geen antwoord gekregen op deze vragen.

Deze vragen zijn al in de commissievergadering van 14 oktober gesteld. Daarom was het mogelijk geweest om de informatie, op basis waarvan het college zegt dat het juridisch niet kan, met de gemeenteraad te delen. Dan hadden deze vragen inhoudelijk beantwoord kunnen worden in de gemeenteraadsvergadering die twee weken later werd gehouden. Echter, ook op 28 oktober kwam het college niet verder dan het herhalen dat het juridisch niet kan, zonder enige onderbouwing.

De ChristenUnie heeft daarom de motie, om het gebied waar prostitutie mogelijk is te verkleinen, niet ingetrokken, doch alsnog ingediend. Helaas is deze motie verworpen. Het onderwerp prostitutie zal in de toekomst zeker terugkomen in de gemeenteraad. Daarbij is de inzet van de ChristenUnie duidelijk.  Prostitutie is geen gewoon beroep. Prostitutie is ongelijkwaardig. Bovendien is er is bijna altijd sprake van machtsongelijkheid hetgeen zich veelal uit in uitbuiting. Daarom is de ChristenUnie tegen prostitutie. (foto Google Maps).