Bang voor de ChristenUnie? (deel 2)
Op 27 december jl. heb ik een artikel geplaatst op de site van de ChristenUnie Meppel met als titel “Bang voor de ChristenUnie?”. Het bestuur heeft mij gevraagd op de ledenvergadering met de leden over dit thema door te spreken.
Het artikel is geschreven aan het eind van het vorig jaar, toen
de verkiezingsuitslag van de Tweede Kamerverkiezingen bekend was en
de verkennende fase van de formatie was afgesloten. Formateur
Hoekstra had geadviseerd dat een coalitie van CDA, PvdA en
ChristenUnie de meeste kans van slagen had en onderzocht moest
worden. Informateur Wijffels was aangezocht voor die klus en zou
gelijk na nieuwjaar beginnen. Er was dus nog niet bekend of de
poging zou slagen en wat het aandeel van de ChristenUnie zou
zijn.
Het hield me bezig dat in verschillende artikelen en reacties op
het internet al op niet mis te verstane woorden werd gezegd dat
deelname van de ChristenUnie aan de regering zou betekenen dat we
weer terug zouden gaan in de bekrompenheid van de jaren 50 en dat
de verworvenheden van paars weer zouden worden teruggedraaid. De
angst ontstond omtrent onderwerpen als abortus, euthanasie,
koopzondagen en homohuwelijk.
Ik heb me in dat artikel afgevraagd waarom dat tot angst moest
leiden en het leek me vreemd dat een partij, die tot op heden
positief in het nieuws was, door mogelijke kabinetsdeelname
gevreesd moest worden. Overigens vond ik het sowieso een vreemd
idee dat de partij waar ik lid van ben, naar mijn mening een
keurige christelijke partij, aanleiding geeft tot angst.
Om de zaak nader te bekijken wil ik de volgende aspecten met jullie
langs.
- de antithese
- de democratische rechtstaat
- de rol van een christelijke partij
De antithese
Ik weet niet of het begrip bij iedereen bekend is. In zijn
algemeenheid heeft het betrekking op het naar voren laten komen van
tegenstellingen. Maar in de politiek was het een begrip dat vooral
door Abraham Kuyper is gehanteerd om de tegenstelling aan te duiden
tussen links en rechts in de politiek. Rechts was iedereen die zijn
uitgangspunt zocht in de 'ordinantiën des Heeren'.
Links was iedereen die zijn uitgangspunt zocht in de mens zelf. Bij
de verkiezingen van 1901 was de antithese de leidraad voor Kuypers
ARP. ,,Onze strijd gaat niet tegen personen, maar tegen de God in
het staatsrecht verzakende geest, die in aller Liberalen politiek
zich belichaamt.'' De gereformeerden bleven lang na Kuypers
dood vasthouden aan de antithese. Ook in de kerk werd het begrip
gebruikt voor de tegenstelling tussen kerk en wereld.
Later werden de begrippen links en rechts meer gebruikt voor
bredere politieke opvattingen , zoals op sociaal economisch gebied
of welzijn.
Tegenstellingen
Maar nu – ruim honderd jaar later – lijkt weer terug te
komen de tegenstelling tussen christelijk en niet-christelijk. De
antithese is weer actueel.
Of is dat wat gemakkelijk gezegd? Gaat het om die tegenstelling? Of
gaat het om een houding van christenen die tegenstellingen oproept?
Zitten we in het tijdperk van psalm 2? Moeten we ons daar als
ChristenUnie dan op richten en heeft Andre Rouvoet het dan wel goed
gedaan met ons inmiddels bekende regeerakkoord? Geen afschaffing
van abortus en euthanasie en de vrijheid die werd gevraagd aan
gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand is inmiddels
door gemeentelijke moties een lege huls geworden. Hoe deed Abraham
Kuyper dat eigenlijk?
(Daar kwam met zijn regering van 1901 tot 1905 niet veel van
terecht. Alhoewel het kabinet bestond uit protestanten en
katholieken kwam de sociale wetgeving die onder het vorige kabinet
was ontwikkeld tot stilstand en de gelijkstelling van openbaar en
bijzonder onderwijs kon niet gerealiseerd worden. Wat wel werd
gerealiseerd, dat was de ethische politiek ten aanzien van de
koloniën. Waar tot dan toe de economische exploitatie van
grondstoffen en mensen relatief onomstreden was, werd dat in de
tijd van Kuyper negatiever beoordeeld. Doelstelling van de ethische
politiek was de koloniale bevolking zodanig te vormen dat zij zou
kunnen komen tot politieke en economische zelfstandigheid.)
De democratische rechtstaat
In Romeinen 13 staat dat de overheid door God gegeven is en dat we
die als zodanig moeten gehoorzamen. Dat betekent dat we niet
burgerlijk ongehoorzaam moeten zijn als de overheid wetten stelt
ook al zijn dat wetten die wij in strijd met Gods geboden
achten.
De SGP kiest als doel voor een theocratie. Dat is een
regeringsvorm, waarin Gods geboden het uiteindelijk voor het zeggen
hebben. Theoretisch gezien: als de SGP meer dan 50% van de stemmen
haalt, dan wordt de democratie afgeschaft en wordt er beleid
volgens de bijbel gevoerd.
De ChristenUnie streeft wel naar een christelijke overheid, maar
laat de democratische regeringsvorm intact. De minister van jeugd
en gezin heeft in een middagpauzedienst in Den Haag daar onlangs
interessante dingen over gezegd. (zie
http://www.refdag.nl/artikel/1299146/Ambities+christenpoliticus+begrensd.html)
Uniefundering
De Uniefundering van de ChristenUnie en de Unieverklaring zeggen
het volgende:
Uniefundering:
De ChristenUnie erkent Gods heerschappij over het staatkundig
leven, dat de overheid door God is gegeven en in zijn dienst staat
en dat christenen de verantwoordelijkheid hebben actief te zijn in
de samenleving. Zij fundeert haar politieke overtuiging op de
Bijbel, het geïnspireerde en gezaghebbende Woord van God, die
door de Drie Formulieren van Eenheid wordt nagesproken en die ook
voor het staatkundig leven wijsheid bevat.
Unieverklaring
Wij, leden van de unie van RPF en GPV, hebben ons verenigd om
vanuit ons christelijk geloof invloed uit te oefenen op het bestuur
van ons land en in de samenleving. Gelovig luisterend naar het
Woord van God en met een open oog voor de werkelijkheid zoeken wij
naar zijn wil. We laten ons daarbij aansporen door Gods opdracht om
Hem lief te hebben en ook onze medemensen. We willen dat de
overheid de geestelijke en politieke vrijheden waarborgt, opdat God
naar zijn Woord gediend kan worden.
Van die vrijheden willen we gebruikmaken om onze christelijke
overtuiging in de politiek en in de maatschappij uit te dragen. Wij
zijn ervan overtuigd dat de God die wij belijden en willen dienen,
ook door de overheid en in de samenleving gehoorzaamd en
geëerd behoort te worden. Een overheid die Gods geboden in
praktijk brengt, dient het welzijn van de samenleving. God heeft
alles volmaakt geschapen. De wereld is echter aangetast door de
ongehoorzaamheid van de mens. Daarom heeft de samenleving gezag
nodig, dat het kwaad indamt en tegengaat.
Vanuit onze overtuiging komen wij op voor het recht van allen die
deel uitmaken van onze samenleving en ook streven wij naar
gerechtigheid in internationale betrekkingen. Deze overtuiging
plaatst de actuele politiek in het perspectief van Jezus Christus,
wie alle macht is gegeven in hemel en op aarde. Door Hem is er
uitzicht op een leven over de grenzen van de huidige wereld heen.
Vanuit dit vertrouwen zoeken wij gedreven naar de steun van allen
die met ons deze politiek willen steunen en bevorderen. We doen dit
alles in het besef dat we afhankelijk zijn van God en bidden om de
leiding van de Heilige Geest
Daar zijn twee opmerkingen bij te maken
1. principieel: vrijheid voor jezelf is ook vrijheid voor
anderen
2. praktisch: we leven in een ontkerstende maatschappij en kunnen
onze doelstellingen dus niet helemaal realiseren.
1. vrijheid voor jezelf is ook vrijheid voor anderen.
Dat Gods geboden goed zijn, moet je niet met geweld afdwingen.
Daarin verschillen wij met andere ideologieën elders in de
wereld, die niet door overtuiging maar door aftuiging hun gelijk
willen halen. Gods Woord zelf spreekt ons aan in Zacharia 4:6:
“Niet door eigen kracht of macht (geweld stond er in de
vorige vertaling), maar met de hulp van mijn Geest zal hij
slagen”
2. Praktisch: we leven in een ontkerstende maatschappij.
De ChristenUnie is een stroming in de Nederlandse politiek met een
aanhang van zo’n 4 procent. Dat betekent dat 96% van de
Nederlanders om verschillende redenen niet kiest voor de
ChristenUnie. In de meeste gevallen omdat de consequentie die uit
het geloof wordt getrokken niet wordt gedeeld. Omdat we in een
democratische rechtstaat leven, kunnen alleen die onderwerpen wet
worden en dus binding krijgen voor alle mensen, waarvan de
vertegenwoordigende organen in meerderheid hun steun hebben
gegeven.
De rol van een christelijke partij
Het is bijzonder dat een kleine, uitgesproken christelijke partij
deel uit maakt van de regering. Dat is gebeurd omdat ze nodig was
om een parlementaire meerderheid te krijgen. In gemeenten zie je
nog wel eens dat de ChristenUnie gevraagd wordt een wethouder te
leveren, alhoewel dat getalsmatig niet nodig was. Te denken valt
aan plaatsen als Amersfoort en Leiden. Maar landelijk is het
getalsmatig gewoon nodig. Hoe ga je daar als ChristenUnie dan mee
om? Hoe vind je het evenwicht tussen compromissen sluiten en jezelf
niet verloochenen.
Met name gaat het dan om ethische punten, die je wel belangrijk
vindt, maar waar je democratisch gezien geen meerderheid voor
krijgt, zoals abortus, euthanasie, homohuwelijk en
zondagsrust.
In de bespreking zijn de volgende vragen besproken:
1. Is de ChristenUnie er in geslaagd voldoende van zichzelf terug
te vinden in het regeerakkoord?
2. Worden daarbij de democratische principes gehanteerd?
3. Is er bij bijvoorbeeld abortus een weg mogelijk dat de
geestelijke vrijheid wordt gegarandeerd en dat ook Gods geboden
worden nageleefd?
4. Is het democratisch om een beroep te doen op gewetensbezwaar? In
welke gevallen mag dat? En in welke gevallen niet?
5. Is er verschil tussen de taak van de kerk en de taak van een
politieke partij in de samenleving? Wat is dan het verschil?
6. Tot hoever mag je gaan in het deelnemen aan
regeringsverantwoordelijkheid?
Gert Stam
Reacties op 'Bang voor de ChristenUnie? (deel 2)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.